Schakeling: DSP-radio
De Schakeling
Op het eerste gezicht lijkt de schakeling van de ontvanger niet veel op een traditioneel RF-ontwerp. Alle belangrijke functies zijn geïntegreerd in een Si4735. Alleen de antenneaansluiting wijst op het RF-karakter van de schakeling."Het antennesignaal komt binnen bij BNC-aansluiting K4 of bij schroefklemmen K3 en gaat door een begrenzer bestaande uit dioden D4 en D5. L2 is een FM-spoel met een inductie van 0,1 μH. In normaal bedrijf is jumper JP1 aangesloten tussen pennen 2 en 3, waardoor het uiteinde van de FM-spoel is verbonden met de AM-ingang. Wat niet zichtbaar is in het schema, is dat de ontvanger in de FM-modus zijn interne AM 'variabele condensator' op 500 pF zet, waardoor, wat RF betreft, het uiteinde van de
FM-spoel kortgesloten wordt met massa. In de AM-modus gaat het signaal van de antenne echter via L2, die nu de effectieve antennelengte vergroot, naar de AM-resonantiekring bestaande uit L3, L4, L5 en de automatisch afgestemde 'variabele condensator' in de Si4735 op pen 4 (AMI). Welke van de vaste spoelen wordt gebruikt, wordt bepaald door IC3 met behulp van schakeldiodes D6 en D7 van het type 1N4148, die een geselecteerd deel van de inductantie in de schakeling effectief kunnen kortsluiten naar massa. Bij normaal gebruik zijn de jumpers JP2, JP3 en JP4 gesloten; door deze jumpers te openen kunnen alternatieve antenne-ingangen of een ferrietantenne worden aangesloten. Er kan bijvoorbeeld een ferrietantenne voor de middengolf worden aangesloten op JP3 of een lusantenne voor de korte golf op JP2. Als een sprietantenne alleen voor FM-ontvangst moet worden gebruikt, zet men JP1 op de pennen 1 en 2."
Meer over de DSP-Radio
Het artikel “The Elektor DSP radio: DSP world receiver with USB interface” verscheen in Elektor 7/8 2010. Elektor Leden hebben volledige toegang tot de volledige Elektor bibliotheek, inclusief dit informatieve artikel.Vertaling: Willem den Hollander