LED-lampje reset op hol geslagen hart automatisch
Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum en de TU Delft hebben een manier gevonden om een op hol geslagen hart automatisch te resetten met een geïmplanteerd LED-lampje. Deze bio-elektronische defibrillator werkt inmiddels in het laboratorium, en kan de eerste stap zijn naar een pijnvrije behandeling voor patiënten met boezemfibrilleren.
Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum en de TU Delft hebben een manier gevonden om een op hol geslagen hart automatisch te resetten met een geïmplanteerd LED-lampje. Deze bio-elektronische defibrillator werkt inmiddels in het laboratorium, en kan de eerste stap zijn naar een pijnvrije behandeling voor patiënten met boezemfibrilleren.
René Poelma, onderzoeker bij de afdeling Microelectronics van de TU Delft, ontwikkelde samen met professor Kouchi Zhang het implanteerbare LED-lampje. Om de hartspier weer in beweging te brengen is onder andere een hoge lichtintensiteit nodig van de juiste golflengte, maar er is weinig ruimte in het lichaam. Daarom is een geminiaturiseerd LED-lampje ontwikkeld dat, eenmaal ingebracht, het licht met voldoende intensiteit kan verspreiden over een relatief groot oppervlak. Het onderzoek is een goed voorbeeld van hoe medische en technologische kennis en samenwerking gecombineerd kan leiden tot innovatie.
De bio-elektronische defibrillator kan boezemfibrilleren stoppen zonder een elektrische schok. Op die manier kan het hart op elk moment en volledig automatisch worden gereset. We verwachten dat deze behandeling van boezemfibrilleren zowel de kwaliteit van leven als de prognose van de patiënt zou kunnen verbeteren. De onderzoekers benadrukken dat er nog veel onderzoek nodig is voordat hier een bruikbare behandeling uit voortkomt. Echter, dat de mogelijkheid kan bestaan is volgens de onderzoekers nu aangetoond. Het onderzoek is hier gepubliceerd.
Bron: TU Delft
Video: Leids Universitair Medisch Centrum
Ritmestoornis
Het systeem dat de onderzoeksgroep ontwikkelde, detecteert de ritmestoornis in de boezem van een rattenhart en stuurt vervolgens een signaal naar een LED-lampje aangebracht in de buurt van het hart. De lichtflits van dit lampje zorgt vervolgens dat het hart zélf een elektrisch stroompje opwekt om de ritmestoornis te stoppen. Dit is mogelijk gemaakt door bepaalde lichtgevoelige eiwitten met gentherapie in het hart aan te brengen. Het hart komt hierdoor direct en automatisch weer in het goede ritme, aldus onderzoeksleider Daniël Pijnappels van de afdeling Hartziekten van het LUMC.René Poelma, onderzoeker bij de afdeling Microelectronics van de TU Delft, ontwikkelde samen met professor Kouchi Zhang het implanteerbare LED-lampje. Om de hartspier weer in beweging te brengen is onder andere een hoge lichtintensiteit nodig van de juiste golflengte, maar er is weinig ruimte in het lichaam. Daarom is een geminiaturiseerd LED-lampje ontwikkeld dat, eenmaal ingebracht, het licht met voldoende intensiteit kan verspreiden over een relatief groot oppervlak. Het onderzoek is een goed voorbeeld van hoe medische en technologische kennis en samenwerking gecombineerd kan leiden tot innovatie.
Cardioversie
Dit is volgens de onderzoekers een mogelijk grote verbetering ten opzichte van de huidige wijze waarop boezemfibrilleren direct kan worden gestopt. Boezemfibrilleren is de meeste voorkomende hartritmestoornis. De huidige behandeling, ook wel cardioversie genoemd, is gebaseerd op het toedienen van een elektrische schok die, vanwege de pijn, onder narcose in het ziekenhuis moet plaatsvinden. Voor veel patiënten is dit de enige behandeling om boezemfibrilleren direct te stoppen, omdat medicijnen of een operatie niet succesvol zijn.De bio-elektronische defibrillator kan boezemfibrilleren stoppen zonder een elektrische schok. Op die manier kan het hart op elk moment en volledig automatisch worden gereset. We verwachten dat deze behandeling van boezemfibrilleren zowel de kwaliteit van leven als de prognose van de patiënt zou kunnen verbeteren. De onderzoekers benadrukken dat er nog veel onderzoek nodig is voordat hier een bruikbare behandeling uit voortkomt. Echter, dat de mogelijkheid kan bestaan is volgens de onderzoekers nu aangetoond. Het onderzoek is hier gepubliceerd.
Bron: TU Delft