Moeten we een mens ontwerpen die ontwerper wil worden?
We weten dat het heel moeilijk is om iemand die zich niet aangetrokken voelt tot technische beroepen enthousiast te maken voor elektronica en softwareontwerp. Mensen accepteren allerlei baantjes die ze niet interesseren om maar brood op de plank te krijgen, maar nemen geen baan als ontwerper. Er is een enorme vraag naar ingenieurs en er is goed geld mee te verdienen, maar toch kiezen maar weinig studenten voor een carrière in de techniek. Waarschijnlijk bestaat er een gen voor ingenieurswerk dat de meeste mensen niet hebben; of als het sluimerend aanwezig is, dan is het heel moeilijk wakker te schudden.
We weten dat het heel moeilijk is om iemand die zich niet aangetrokken voelt tot technische beroepen enthousiast te maken voor elektronica en softwareontwerp. Mensen accepteren allerlei baantjes die ze niet interesseren om maar brood op de plank te krijgen, maar nemen geen baan als ontwerper. Er is een enorme vraag naar ingenieurs en er is goed geld mee te verdienen, maar toch kiezen maar weinig studenten voor een carrière in de techniek. Waarschijnlijk bestaat er een gen voor ingenieurswerk dat de meeste mensen niet hebben; of als het sluimerend aanwezig is, dan is het heel moeilijk wakker te schudden.
Kijk maar naar Lego en Playmobil. Lego is ooit begonnen al constructiespeelgoed en hoewel het heel populair was in mijn jeugd, was het bijna helemaal verdwenen terwijl Playmobil, een spel dat draait om rollenspel en verhaallijnen, meteen een succes werd. Toen ging Lego een Playmobil-achtige strategie volgen met poppetjes, verhalen en bouwdozen die, net als Playmobil-kits, niet bedoeld zijn om opnieuw te gebruiken voor iets anders. Dat hebben ze heel knap gedaan en Lego bloeide op tot één van de meeste geslaagde speelgoedmerken in de wereld.
Voor mij toont dit aan dat de meeste mensen nog wel de moeite willen nemen om iets in elkaar te zetten, als het samengebouwde object maar nuttig voor ze is. De uitdaging om creatief te zijn met de onderdelen van een bouwdoos, ze te herschikken om iets anders te maken interesseert ze niet.
En dat is precies wat alle elektronica-kits die we vandaag de dag zien, alle microcontrollers-voor-beginners producten, alle IoT-sets voor nieuwelingen, de Raspberry Pi-voor-meisjes en wat niet al, over het hoofd zien. Alle campagnes op scholen om kinderen te leren een lijn-volgende robot bouwen en te programmeren; de BBC micro:bit. Ze leveren alleen onderdelen, voegen één of twee basisvoorbeelden toe en laten de rest over aan de gebruiker. Maar gebruikers willen volledig uitgewerkte toepassingen (desnoods om zelf in elkaar te zetten, als het moet) die nuttig zijn in hun dagelijks leven. Wat heb je aan een lijn-volgende robot? Alleen als veel van die complete toepassingsvoorbeelden worden meegeleverd, raken er misschien een paar gebruikers geïnteresseerd, duiken er wat dieper in en gaan zelf knutselen.
Maar... de wereld is al vol met uitstekende ontwerpvoorbeelden en briljante toepassingen die je kunt kopen en meteen kunt gebruiken, zonder dat je iets in elkaar hoeft te zetten. We zijn omringd door geweldige technologie en toch willen maar weinig mensen een loopbaan in de techniek. Als dat altijd al zo geweest is, dan moet het wel iets genetisch zijn. Misschien moeten we een mens ontwerpen die ontwerper wil worden?
Kijk maar naar Lego en Playmobil. Lego is ooit begonnen al constructiespeelgoed en hoewel het heel populair was in mijn jeugd, was het bijna helemaal verdwenen terwijl Playmobil, een spel dat draait om rollenspel en verhaallijnen, meteen een succes werd. Toen ging Lego een Playmobil-achtige strategie volgen met poppetjes, verhalen en bouwdozen die, net als Playmobil-kits, niet bedoeld zijn om opnieuw te gebruiken voor iets anders. Dat hebben ze heel knap gedaan en Lego bloeide op tot één van de meeste geslaagde speelgoedmerken in de wereld.
Voor mij toont dit aan dat de meeste mensen nog wel de moeite willen nemen om iets in elkaar te zetten, als het samengebouwde object maar nuttig voor ze is. De uitdaging om creatief te zijn met de onderdelen van een bouwdoos, ze te herschikken om iets anders te maken interesseert ze niet.
En dat is precies wat alle elektronica-kits die we vandaag de dag zien, alle microcontrollers-voor-beginners producten, alle IoT-sets voor nieuwelingen, de Raspberry Pi-voor-meisjes en wat niet al, over het hoofd zien. Alle campagnes op scholen om kinderen te leren een lijn-volgende robot bouwen en te programmeren; de BBC micro:bit. Ze leveren alleen onderdelen, voegen één of twee basisvoorbeelden toe en laten de rest over aan de gebruiker. Maar gebruikers willen volledig uitgewerkte toepassingen (desnoods om zelf in elkaar te zetten, als het moet) die nuttig zijn in hun dagelijks leven. Wat heb je aan een lijn-volgende robot? Alleen als veel van die complete toepassingsvoorbeelden worden meegeleverd, raken er misschien een paar gebruikers geïnteresseerd, duiken er wat dieper in en gaan zelf knutselen.
Maar... de wereld is al vol met uitstekende ontwerpvoorbeelden en briljante toepassingen die je kunt kopen en meteen kunt gebruiken, zonder dat je iets in elkaar hoeft te zetten. We zijn omringd door geweldige technologie en toch willen maar weinig mensen een loopbaan in de techniek. Als dat altijd al zo geweest is, dan moet het wel iets genetisch zijn. Misschien moeten we een mens ontwerpen die ontwerper wil worden?