Opkomst en ondergang van de draadrecorder
Het principe van magnetische geluidsopname werd voor het eerst gedemonstreerd in 1898 door Valdemar Poulsen. Ruwweg een halve eeuw later, tussen 1946 en 1954, was er een decennium waarin magnetische geluidsopname een grote populariteit genoot in de vorm van draadrecorders (voornamelijk in de Verenigde Staten) en taperecorders (voornamelijk in Duitsland). Ze werden vooral gebruikt voor het opnemen van spraak (radio, dictafoons, enz). U krijgt hier een 63 jaar oude machine in werking te zien. Het apparaat is werkelijk in een perfecte staat!
Muziekopname was in die tijd nog vrijwel onmogelijk vanwege de vervorming en ruis die gepaard gaat met magnetische registratie zonder voormagnetisatie (bias).
Wist u dat de software voor Elektor’s eerste microprocessorprojecten in de jaren tachtig was opgenomen op vinyl? Op grammofoonplaatjes? En ook op audiocassettebandjes? Vastberaden lezers konden die bestellen bij ESS, de revolutionaire Elektor Software Service. Doordat er zulke lichte en gemakkelijk te verzenden media waren, was analoge (FSK) magnetische opname (en weergave!) van de enen en nullen goedkoop geworden. Toegegeven, het ging erg langzaam, maar het was redelijk betrouwbaar. Het principe van magnetische geluidsopname werd voor het eerst gedemonstreerd in 1898 door Valdemar Poulsen.
Draadrecorders. Elke geluidshobbyist heeft er natuurlijk weleens van gehoord, maar weinigen hebben er ooit een gezien. En de mensen die ze ooit gebruikten zijn niet meer onder ons. De ondergang van de draadrecorder ging even snel als de opkomst. Hij werd razendsnel verdrongen door de taperecorder. In Duitsland bestonden die al sinds de vroege jaren dertig. Het gebruik van tape voor muziekopnames kwam pas goed van de grond na de Tweede Wereldoorlog. De toevallige ontdekking van voormagnetisatie rond 1940 maakte het mogelijk om muziekopnamen van goede kwaliteit, vrij van vervorming, te maken op tape. Bij deze techniek wordt een zogenaamd biassignaal gebruikt: een geluid met een onhoorbaar hoge-frequentie wordt aan het signaal toegevoegd.
Een commentator, die zichzelf Paradox noemt, geeft precies weer welk effect deze video op mij had:
Zal ik ooit zo’n apparaat bezitten? Nee.
Zal ik ooit naar zo’n apparaat luisteren? Nee.
Zal ik er ooit een te zien krijgen in het echte leven? Nee.
Ga ik toch meerdere keren naar deze video kijken? Reken maar van yes!
Voormagnetisatie (bias) bestrijdt vervorming en ruis
Ruwweg een halve eeuw later, tussen 1946 en 1954, was er een decennium waarin magnetische geluidsopname een grote populariteit genoot in de vorm van draadrecorders (voornamelijk in de Verenigde Staten) en taperecorders (voornamelijk in Duitsland). Ze werden vooral gebruikt voor het opnemen van spraak (radio, dictafoons, enz). Muziekopname was in die tijd nog vrijwel onmogelijk vanwege de vervorming en ruis die inherent zijn aan magnetische registratie.Draadrecorders. Elke geluidshobbyist heeft er natuurlijk weleens van gehoord, maar weinigen hebben er ooit een gezien. En de mensen die ze ooit gebruikten zijn niet meer onder ons. De ondergang van de draadrecorder ging even snel als de opkomst. Hij werd razendsnel verdrongen door de taperecorder. In Duitsland bestonden die al sinds de vroege jaren dertig. Het gebruik van tape voor muziekopnames kwam pas goed van de grond na de Tweede Wereldoorlog. De toevallige ontdekking van voormagnetisatie rond 1940 maakte het mogelijk om muziekopnamen van goede kwaliteit, vrij van vervorming, te maken op tape. Bij deze techniek wordt een zogenaamd biassignaal gebruikt: een geluid met een onhoorbaar hoge-frequentie wordt aan het signaal toegevoegd.
Machines die veel mensen nog nooit in actie hebben gezien of gehoord
Deze week “nemen we een kijkje bij een bijna-vergeten technologie die veel mensen nog nooit in actie hebben gezien of gehoord”, zegt de auteur. “U krijgt hier een 63 jaar oude machine in werking te zien. Het apparaat is werkelijk in een perfecte staat!”Een commentator, die zichzelf Paradox noemt, geeft precies weer welk effect deze video op mij had:
Zal ik ooit zo’n apparaat bezitten? Nee.
Zal ik ooit naar zo’n apparaat luisteren? Nee.
Zal ik er ooit een te zien krijgen in het echte leven? Nee.
Ga ik toch meerdere keren naar deze video kijken? Reken maar van yes!