Wat klinkt als iets dat afkomstig is uit een slechte sciencefictionfilm, wordt in werkelijkheid in Zweden uitgevoerd bij het startup-bedrijvengebouw Epicenter. Hier kunnen de medewerkers inplaats van een smartcard een implantaat krijgen om deuren te openen en om een kop koffie te kopen. Volgens de CEO van het gebouw is het voornamelijk een zaak van gemak, want er zijn geen kaarten en sleutels meer nodig.
 
De implantaten zijn vergelijkbaar met de tags die worden gebruikt om dieren en pakketten te identificeren, en worden in het zachte gedeelte van de hand, tussen de duim en de wijsvinger, geïnjecteerd. De tags zijn passief en worden met NFC-technologie uitgelezen. Ze zijn veilig, maar in tegenstelling tot kaarten en sleutels kan de drager van de chip zijn/haar implantaat niet thuis laten liggen of in de trein verliezen, en ook kan het niet worden gestolen. Dit impliceert wel dat een gechipte medewerker, althans in theorie, overal waar hij/zij gaat of staat kan worden gevolgd, van het kopieerapparaat tot het toilet. 

Hoewel we ons al snel allerlei privacy-problemen zouden kunnen voorstellen, maken de medewerkers die de tags dragen zich niet al te veel zorgen. Het zijn in het algemeen vrijwilligers; niemand is verplicht om zich te laten chippen. Epicenter is niet het enige bedrijf dat deze service aan de medewerkers aanbiedt, want naar het schijnt wordt bij het Belgische bedrijf NewFusion een vergelijkbare techniek voor toegangscontrole gebruikt. 

Foto: public domain