Het schema toont een audion-ontvanger met een geaarde-collectorschakeling. Deze dempt de resonantiekring niet, maar ontlast ze zelfs nog. Daardoor ontstaat een grote gevoeligheid en selectiviteit. Door de lage voedingsspanning heeft de aangesloten LF-versterker drie transistortrappen nodig. Met de potmeter wordt de geluidssterkte ingesteld. De radio werkt goed met een ferrietstaaf (ca. 1 cm diameter, 10 cm lang) waarop ongeveer 50 windingen koperdraad (0,2 mm diameter) worden gelegd.
Discussie (0 opmerking(en))