Niet elke schakeling heeft microprocessors of andere ingewikkelde chips nodig. Dat blijkt maar weer uit deze schakeling, die vier relais bestuurt afhankelijk van de ingangsspanning. Naarmate de spanning toeneemt van 2,4 naar 12 V trekken de vier relais één voor één aan. De spanning waarbij elk relais omschakelt, wordt bepaald door het laddernetwerk R1...R5. Over elk van de weerstanden valt één vijfde deel van de voedingsspanning, dus 2,4 V. Dus Re1 trekt aan bij 2,4 V, Re2 bij 4,8 V, Re3 bij 7,2 V en Re4 bij 9,6 V. Deze spanningen zijn natuurlijk afhankelijk van de voedingsspanning, daarom moet een gestabiliseerde voeding gebruikt worden.Als we kijken naar de eerste schakeltrap, dan zien we dat de uitgang van IC1 bij 2,4 V omklapt naar (bijna) de voedingsspanning. Daardoor gaat er een stroom lopen door R6 en de basis van T1.
Discussie (0 opmerking(en))