Delfts experiment bewijst Einsteins ongelijk
23 oktober 2015
op
op
Een team wetenschappers onder leiding van Prof. Ronald Hanson van de TU Delft heeft aangetoond dat elektronen in twee diamanten die zich op een afstand van 1,3 km van elkaar bevinden een onzichtbare en instantane verbinding kunnen hebben. Dit schept de mogelijkheid voor een manier van beveiligde communicatie die onmogelijk kan worden afgeluisterd.
De theorie van de quantummechanica voorspelt dat het waarnemen van een object instantaan gevolgen kan hebben voor een ander verderop gelegen object – in theorie zelfs aan de andere kant van de Melkweg. Albert Einstein weigerde dit verschijnsel te accepteren, en noemde het in 1935 'spookachtige interactie op afstand'.
De interactie tussen elektronen op afstand is al vaker aangetoond, maar in al die experimenten bestond nog de mogelijkheid dat de elektronen door andere oorzaken instantaan reageerden. In 1964 bedacht CERN-wetenschapper John Stewart Bell de naar hem vernoemde Bell-test. Dit experiment doet op een slimme manier metingen aan de beide partners van een verstrengeld elektronenpaar en sluit daarbij alle mogelijke achterdeurtjes uit als verklaring. De Delftse onderzoekers voldoen met hun experiment aan de strenge eisen van deze Bell-test en hebben hiermee Einsteins ongelijk aangetoond. Ze overbrugden in dit experiment niet de Melkweg, maar wel de Delftse campus. De opstellingen bevonden zich in twee laboratoria, één in het natuurkundegebouw en een in het Reactor Instituut aan de andere kant van de campus, 1,3 kilometer verderop. Die afstand is groot genoeg om te voorkomen dat er tijdens het experiment interactie is tussen de beide opstellingen.
Foto: Slagboom en Peters BV
De theorie van de quantummechanica voorspelt dat het waarnemen van een object instantaan gevolgen kan hebben voor een ander verderop gelegen object – in theorie zelfs aan de andere kant van de Melkweg. Albert Einstein weigerde dit verschijnsel te accepteren, en noemde het in 1935 'spookachtige interactie op afstand'.
De interactie tussen elektronen op afstand is al vaker aangetoond, maar in al die experimenten bestond nog de mogelijkheid dat de elektronen door andere oorzaken instantaan reageerden. In 1964 bedacht CERN-wetenschapper John Stewart Bell de naar hem vernoemde Bell-test. Dit experiment doet op een slimme manier metingen aan de beide partners van een verstrengeld elektronenpaar en sluit daarbij alle mogelijke achterdeurtjes uit als verklaring. De Delftse onderzoekers voldoen met hun experiment aan de strenge eisen van deze Bell-test en hebben hiermee Einsteins ongelijk aangetoond. Ze overbrugden in dit experiment niet de Melkweg, maar wel de Delftse campus. De opstellingen bevonden zich in twee laboratoria, één in het natuurkundegebouw en een in het Reactor Instituut aan de andere kant van de campus, 1,3 kilometer verderop. Die afstand is groot genoeg om te voorkomen dat er tijdens het experiment interactie is tussen de beide opstellingen.
Foto: Slagboom en Peters BV
Read full article
Hide full article
Discussie (0 opmerking(en))