Het grootste nadeel van de bekende driebenige spanningsregelaars is dat de ingangsspanning altijd 2,5 … 3 V hoger dient te zijn dan de uitgangsspanning. Dit maakt deze geïntegreerde regelaars heel slecht geschikt voor batterijvoeding. Bij een gewenste uitgangsspanning van bijvoorbeeld 5 V kan een 9-V-batterij maar tot 7,5 V worden ontladen, en op dat moment is de batterij nog lang niet leeg. Daarbij komt nog dat het eigen verbruik van de regelaars met 2 mA niet bepaald laag te noemen is. De speciale "low-drop"-regelaars vormen soms een oplossing, maar echt ideaal zijn deze ook niet. De hier beschreven discrete spanningsregelaar is in elk opzicht voorbeeldig zuinig. Het stroomverbruik blijft onder 300 mA en het spanningsverschil tussen in- en uitgang bedraagt niet meer dan 0,1 … 0,2 V.
Discussie (0 opmerking(en))