Artikel
Buizen op een lage spanning, deel 2
Meer vermogen
Echte eindbuizen, zoals de EL84, EL95 of de PL504 leveren bij een lage anodespanning meer vermogen dan de in het eerste deel behandelde ECC81 en ECC82. Met de PL504 is het zelfs mogelijk een normale laagohmige luidspreker aan te sturen, zelfs bij een anodespanning van slechts 27 V. Ook worden hier nog enkele miniatuurbuizen gepresenteerd. Deze buizen, bedoeld voor batterijgevoede apparatuur, nemen niet alleen genoegen met een lage anodespanning, maar ook met een opmerkelijk klein gloeistroomvermogen.
In het eerste deel van dit artikel bleek dat voor het realiseren van een hoofdtelefoonversterker de buizen ECC81 en ECC82 net iets te weinig vermogen kunnen leveren. Een reden dus om uit te zien naar een buis die bij een lage anodespanning meer stroom en vooral meer steilheid biedt. Hiervoor in aanmerking komen in principe alle gewone eindbuizen, zoals de EL84, EL95, ECL80, ECL86 en dergelijke.
De EL95
De alom bekende EL95 is hier nader onderzocht. Deze buis is een pentode en heeft dus twee roosters meer dan een triode. Het schermrooster (g2) wordt gewoonlijk verbonden met de voedingsspanning. Het vangrooster (g3) heeft een lage potentiaal en wordt met de kathode of direct met massa verbonden.
In het eerste deel van dit artikel bleek dat voor het realiseren van een hoofdtelefoonversterker de buizen ECC81 en ECC82 net iets te weinig vermogen kunnen leveren. Een reden dus om uit te zien naar een buis die bij een lage anodespanning meer stroom en vooral meer steilheid biedt. Hiervoor in aanmerking komen in principe alle gewone eindbuizen, zoals de EL84, EL95, ECL80, ECL86 en dergelijke.
De EL95
De alom bekende EL95 is hier nader onderzocht. Deze buis is een pentode en heeft dus twee roosters meer dan een triode. Het schermrooster (g2) wordt gewoonlijk verbonden met de voedingsspanning. Het vangrooster (g3) heeft een lage potentiaal en wordt met de kathode of direct met massa verbonden.
Discussie (0 opmerking(en))