Denk nog eens aan het jaar 1943. Thomas Watson, de directeur van IBM , dat toen nog de enige fabrikant van “elektronische rekenmachines” (met buizen) was, antwoordde op de vraag hoe hij de markt voor computers zag in de toekomst: “Ik zou schatten, dat er wereldwijd een markt is voor hooguit vijf computers.“

Dat was toch wel wat krap ingeschat...?

Computers

Alleen in het laatste decennium werden er per jaar tussen de 250 en 350 miljoen PC’s verkocht. Bij een levensduur van ongeveer 5 jaar zouden er dus meer dan 1 miljard PC’s op de wereld in gebruik moeten zijn. Daar komen dan de tablets nog bij. Van die kleine, platte PC’s zijn er de laatste twee jaar ongeveer 400 miljoen per jaar verkocht. 1 miljard operationele tablets in de wereld is dus geen overdreven schatting. Volgens wuv.de heeft inmiddels 60% van de mensheid een smartphone (de volwassenen, vermoedelijk). Als we dus uitgaan van 2,5 miljard actieve smartphones is dat een conservatieve schatting. In totaal is dus het aantal computers en computerachtige apparaten in ruim 75 jaar gegroeid van een hand vol tot ruim 4,5 miljard. Dat is nogal een stijgingspercentage.

Maar dat is nog lang niet alles: in de laatste vijf jaar zijn er per jaar meer dan 20 miljard microcontrollers in de vorm van geïntegreerde systemen (CPU + periferie) verkocht. Dat is dus meer dan 15 µC’s per aardbewoner. En dat is geen wonder als je bedenkt hoeveel processors er in moderne auto’s zijn ingebouwd. En het IoT is nog niet eens goed op gang gekomen. Hartelijke groeten aan Thomas.Watson@nirwana.heaven.

Wat dat alles te maken heeft met geheugenkaarten? Misschien herinnert u zich de beginjaren van de verspreiding van de digitale techniek nog. De eerste „echte computer“ waar ik mee te maken had: 1 kB RAM , een hexadecimaal display met zes posities, een paar toetsen en als massageheugen diende een cassette-interface. Dat was in het begin van de jaren tachtig, en deze single-board-computer met een Motorola 6800-CPU en een printplaat in A3-formaat was een testobject van Elektor.

Massageheugen

De eerste PC’s en homecomputers hadden geen harde schijf. In het beste geval hadden ze een floppy-diskdrive met een capaciteit van 80 KB tot ca. 1 MB. Maar toch:  De eerste harde schijf, de IBM 350, had (nog maar 13 jaar na Watson’s naïeve schatting) een capaciteit van 3,75 MB. In het begin van de jaren tachtig had een 5,25“-HD voor PC’s met een Intel 8086-CPU onder DOS al 20 MB. Na die langzame groei van de capaciteit hebben we nu harde schijven van meer dan 10 TB, dus een groei met bijna een factor 1 miljoen!

Vooral op flashgeheugenkaarten zit de data enorm op elkaar gepropt. SD-kaarten kunnen vele Gigabytes kwijt op de oppervlakte van een vingernagel met een dikte van 1 mm. Dat Lexar nu de grens van 1 TB heeft doorbroken, is een klein technisch wonder. En deze kaart, die naar de naam Lexar Professional 633x SDHC/SDXC luistert, is van het type U3 en dus buitengewoon snel: hij leest 95 MB/s en schrijft 70 MB/s, dus net zo snel als de harde schijven van enkele jaren geleden. Daarmee kunnen we zelfs heel lange 4K-video’s draaien, zonder dat we ons zorgen hoeven te maken, of de geheugenkaart al vol is. En ook voor single-board-computers zoals bijvoorbeeld de Raspberry Pi breken nieuwe tijden aan, want met zoveel opslagruimte kunnen er ook complexere besturingssystemen met meer tools en krachtiger software komen.