De scoop zegt

Natuurlijk maakt de smartphone geen geluid meer als u een stekker in de audioconnector steekt. Dan bent u aangewezen op uw ogen in plaats van op uw oren. Mijn scoop, een Tektronix 2235 uit de jaren tachtig, is analoog met een beeldbuis en zonder functies voor opslag of signaalverwerking. Ik heb expres voor deze scoop gekozen bij deze test, omdat ik digitale oscilloscopen niet vertrouw bij het weergeven van… digitaal opgewekte signalen, ook al gaat het hier om “pure audio”, d.w.z. niet veel meer dan 20 kHz.

Aanvankelijk was ik teleurgesteld over de sinusgolf die de generator produceerde: het signaal zag er piekerig en verruist uit. Ik was al bang dat er ergens een slechte verbinding zou zitten. Maar toen herinnerde ik me dat mijn 2235 altijd wat ruis liet zien op de meest gevoelige meetbereiken (zoals 20 mV/div). Die zijn vooral afkomstig van de interne hoogspanningsgenerator. Het viel me nu op dat de generator geen amplitude-indicator in volts heeft, hij geeft alleen een percentage weer (0-100).  Dus ik moest op de scoop kijken om te zien bij welk spanningsniveau ik precies zat. Dat bleek erg laag te zijn. Mijn eerste reactie was op AMPL te drukken en de “veerregelaar” naar rechts te schuiven, maar dat heeft een beperkt bereik en reageert traag. Toen begreep ik pas, dat ik de volumeregelaar van mijn smartphone moest gebruiken (in dit geval om het mediavolume in te stellen).
Dat ging beter! Al snel had ik 0,7 Vtt in plaats van 80 millivolt of zo. Het ruisprobleem was nu ook opgelost en ik zag een schone, stabiele sinusgolf op de 2235. Burst, fase, sweep, en zelfs de AM-modulatie werkten prima, maar ik heb de vervorming niet gemeten.

Zagen en blokken

Dit apparaatje is bedoeld voor maximaal 22 kHz, dus echt voor audio. De makers geven ook duidelijk aan dat het volkomen ongekalibreerd is. Er is geen enkele indicatie van het volume behalve de “0-100%”-balk, maar de frequentie kan worden ingesteld met maximaal 7 “significante cijfers”. Ik gebruikte dus het raster op de oscilloscoop om een uitgangsniveau van ca. 0,7 Vtt in te stellen voor 1 MΩ/47 pF en heb aangenomen dat de frequentie op het display van de smartphone klopte.






De sinusgolf en de zaagtand zien er allebei goed uit en lijken me wel geschikt voor snelle tests, maar de blokgolf geeft enorme uitslingereffecten te zien na de opgaande en na de dalende flank. De frequentie van het overshoot-signaal (de ‘rimpel’) is waarschijnlijk een artefact van de bemonsteringsfrequentie van 44,1-kHz van de 16bits-DAC die Keuwlsoft noemt als de drijvende kracht in de smartphone. De steilheid van de flanken is erbarmelijk en de enorme rimpeling op het ‘dak’ maakt de blokgolf praktisch onbruikbaar zelfs voor foutzoeken in audioapparatuur laat staan voor het controleren van de stijgtijd van een oscilloscoop. Misschien valt er een triggerschakeling mee te testen zoals een… Schmitt-trigger? De blokgolf zal wel “gebouwd zijn” op het bemonsteringsprincipe, wat heel aardig werkt voor een sinusgolf en een zaagtand maar volledig mislukt bij het maken van scherpe overgangen, zelfs bij lage frequenties onder 1 kHz. De rimpeling verdween niet toen ik de koptelefoonuitgang netjes afsloot met een 150Ω-weerstand op de beide BNC-adapters aan de ingangen van de scoop.